Linssen Boating Holidays

Alle Linssen charterjachten in Merzig zijn net zo royaal uitgerust als privéjachten. Buitenstaanders kunnen alleen aan het stijlvolle opschrift ‘www.saarmoselyachtcharter.de’ zien dat het om een charterjacht gaat. 
Onze Linssen Grand Sturdy biedt echt een zee van ruimte. In de ‘kelder’ passen alleen al 36 waterflessen van 1,5 liter en ettelijke flesjes wijn, maar er had gemakkelijk twee keer zoveel in gekund. In het hele jacht wordt geen centimeter ruimte verspild; alle hoekjes en gaatjes zijn bruikbaar. . 

’s Middags beginnen we onze reis stroomafwaarts bij wat wisselend weer. Na het passeren van de machtige bochten in de Saar (Saarschleife) volgt in Mettlach de eerste van de drie hoge riviersluizen. Na het passeren van de eerste sluis in de Moezel in het Luxemburgse Grevenmacher meren we af aan de gemeentelijke steiger in Nittel. In de champagnezaal van het wijnlandgoed Hellershof-Zilliken krijgen we vervolgens een heerlijke maaltijd voorgezet, waarbij vooral de typische Elbling-wijn uit de regio uitzonderlijk goed smaakt.

Yacht Charter Holiday Tours website

Merzig a/d Saar – Charmes a/h Canal des Vosges 

Terwijl de sluizen in de Saar nog aparte kamers voor kleinere passagiersschepen en sportboten hebben, moeten we op de Moezel met onze Linssen gewoon schutten in de grote kamers (ten minste 170 x 11,40 m). Alleen in Frankrijk zijn er nog drie kleinere sluizen (40 x 5,60 m) die vroeger speciaal zijn ontworpen voor péniches, een bepaald type vrachtboot. 
De volgende dag varen we verder naar Thionville. Na het passeren van vier sluizen en 54 vaarkilometers liggen we hier uiteindelijk op het hoogste waterniveau achter de sluis.

Mettlach is tegenwoordig ook het hoofdkwartier van keramiekfabriek van Villeroy & Boch. Meer dan een bezoek waard met eigen outlet store.

Na nog eens drie sluizen komen we ’s middags aan in Metz. Het is echt een must om hier aan wal te gaan. De ligplaatsen in de jachthaven Société des Régates Messines zijn zeer goed uitgerust en liggen vlakbij de binnenstad. De uitstraling van de hoofdstad van Lotharingen wordt niet alleen bepaald door de kathedraal met haar beroemde Chagall-ramen, maar ook door de verschillende eilanden en vertakkingen in de Moezel hier. 

Na het passeren van nog enkele sluizen en prachtige bossen bereiken we bij Neuves-Maisons het eindpunt in de Moezel voor grote vrachtschepen. Vanaf hier varen we verder over het Canal des Vosges. Nog voor de eerste sluis plaatsen we voorop de boeg de provisorische hoogtemeter die de heer Schönberger ons in verband met de vele lage bruggen heeft meegegeven en die op 3,50 meter staat ingesteld. Maar let op: na sterke regenval of bij hoog water neemt de waterhoogte in absolute zin toe en kom je zomaar opeens 20 cm tekort. 

De volgende dag bereiken we na 16 sluizen te midden van prachtige bossen het stadje Charmes. Dankzij de fantastische menukaart van het restaurant Dancourt beleven we het culinaire hoogtepunt van onze reis: warme forelmousse en gevulde eendenbout met een uitgebreide kaasplank en heerlijke desserts. Met het onderhouden van hun waterwegen hebben Fransen soms wat moeite, maar koken gaat ze daarentegen nog altijd goed af! 

Kaart dicht Mosel

Charmes – Straatsburg – Rijn-Marne-kanaal 

Omdat enkele sluizen afgesloten blijken, nemen we een nieuwe route die ons eerst terug naar Richardménil leidt en vervolgens naar Toul. Inmiddels zitten we weer op de Moezel. Bij Frouard slaan we af naar het Rijn-Marne-kanaal. Onze volgende bestemming is de haven St. Georges in Nancy. Alle mensen die we tegenkomen – op andere schepen of aan wal – zijn vriendelijk en behulpzaam. Bij het aanleggen is er bijvoorbeeld altijd wel iemand die je helpt. Dit sterke gemeenschapsgevoel kunnen wij erg waarderen.

Negen sluizen verder leggen we aan in Einville-au-Jard. De sluizen hier zijn wat lastiger te passeren omdat zich vaak vervelende stromingen voordoen. De volgende ochtend benutten we in Lagarde de eerste tankmogelijkheid. Sinds Schwebsange in Luxemburg hebben we 134 liter brandstof verbruikt, oftewel 1,8 liter per uur. Dit is bepaald niet veel te noemen voor ons trouwe jacht met een motor van 55 pk, die geruisloos zijn dienst doet. Bij een sluis verkoopt een vriendelijke, oude man vers geplukte mirabellen – wederom heerlijk!

De sluis in Réchicourt is maar liefst 15,70 m hoog en onze laatste stroomopwaartse sluis. Zoals altijd heerst hier veel drukte en gedoe. Slechts twee boten kunnen zich echt vastleggen, de beide anderen proberen ten minste nog één lijn uit te werpen. De sluiswachter is echter opvallend geduldig vandaag en zet de watertoevoer rustig in. Dat hebben we ook wel eens anders meegemaakt. 
’s Avonds in Port de Houillon aan het begin van het Saarkanaal genieten we weer van een barbecue. De uiterst vriendelijke havenmeester neemt ook bestellingen op voor stokbroden en croissantjes voor bij het ontbijt. Het dieseltankstation dat nog hier steeds op de kaarten staat vermeld, blijkt al jaren gesloten te zijn. 
De volgende dag varen we door de beide scheepstunnels van Niderviller (475 m) en Arzviller (2.306 m). Stoplichten regelen het eenrichtingsverkeer in de tunnels. Er is concentratie voor nodig om goed in het midden te blijven varen. Contact met de tunnelrand zou namelijk de kap van onze Linssen kunnen beschadigen. 
Kort nadat we de tweede tunnel zijn gepasseerd, dient zich de scheepslift van Arzviller aan. Dit is een toeristische attractie op zichzelf. Vele toeschouwers kijken toe hoe de boten een liftbak invaren die in 20 minuten een hoogteverschil van 44,55 meter overbrugt. Dit technische meesterwerk vervangt in zijn eentje circa 17 sluizen. 

Nog eens 4 sluizen verder meren we af in het pittoreske Lützelburg, een prachtig dorpje uit de twaalfde eeuw. Het dorp biedt veel ligplaatsen, die echter ook altijd grotendeels bezet zijn. Maar ergens is er altijd wel een plekje te vinden. In ‘Hotel des Vosges’ kun je forel bestellen die vers is gevangen in het riviertje de Zorn, dat direct langs het restaurant stroomt. Voor een goed glas bier is ‘Bier­stub d’Eselbahn’ een echte aanrader. 
In het prachtige Zorndal vormen de rivier, het kanaal, de wegen en het treinspoor een ingewikkeld samenspel. We varen door mooie bossen totdat we het stadje Saverne bereiken. 
Onze ligplaats hier bevindt zich direct tegenover kasteel Rohan, maar biedt weinig beschutting. We benutten het uitgebreide winkelaanbod om boodschappen te doen en genieten nog even van de historische huizen. 

Na acht sluizen in de Elzasvlakte met de vele typische vakwerkdorpjes vol bloemen bereiken we Souffelweyersheim, een mooi havenplaatsje vlak voor Straatsburg. Een kleine drie uur later arriveren we in de jachthaven in het Bassin de l’Hôpital te Straatsburg. De hartelijke ontvangst in deze yachtclub is elke keer weer overweldigend. De oude binnenstad met haar kathedraal en de prachtige wijk ‘Petite France’ bevinden zich op loopafstand. Straatsburg is altijd een reis waard, vooral als het zulk mooi weer is als deze dagen. 

Straatsburg – Dannemarie – Rhône-Rijn-kanaal (zuidelijk deel) 

De volgende dag zetten we koers richting het noordelijke deel van het Rhône-Rijn-kanaal. Tot aan Boofzheim kunnen we deze idyllische waterweg blijven volgen. Zoals elke avond praten we nog lang na op het achterdek onder het genot van een glas wijn. Hier ’s avonds lekker zitten bij flakkerend kaarslicht en zien hoe de natuur tot rust komt – voor ons is dat de ultieme vakantie-ervaring aan boord. 
De volgende dag bereiken we de Rijn ter hoogte van Rhinau. Het oorspronkelijke idee was om de Rijn vanaf hier af te zakken. Maar omdat het Canal des Vosges is afgesloten, moeten we nu stroomopwaarts koersen. De motor maakt flink toeren, maar snelheden hoger dan 4 tot 6 km/u zijn niet mogelijk, ook al wordt dit deel van de Rijn door sluizen gereguleerd. Na 30 km en twee grote sluizen leggen we opgelucht aan in de jachthaven van Breisach. Na deze lange en pittige vaardag beperken we ons tot een korte stadswandeling. Er hangt een zwoele zomerlucht die onweer belooft, dus we zijn blij dat we de laatste vrije plaatsjes in een beschutte biergarten kunnen bemachtigen. 

De volgende ochtend tanken we nog even in jachthaven aan de tegenoverliggende Franse oever. Vervolgens varen we weer stroomopwaarts over de Rijn of – beter gezegd – het Grand Canal d’Alsace. We slaan naar stuurboord af naar de sluis van Kembs-Niffer, die toegang geeft tot het zuidelijke deel van het Rijn-Rhône-kanaal. Meteen daarna slaan we af in het smalle Canal de Huningue, dat slechts tot aan onze beoogde ligplaats 2 km verderop bevaarbaar is. Maar we moeten opletten, want in het kanaal is sprake van een sterke stroming die erg lastig kan zijn bij het afmeren. In de jachthaven van Kembs worden we zeer hartelijk ontvangen. 

Het gedeelte van het Rijn-Rhône-kanaal tot aan de eerste sluis (nummer 41 op 16,5 km) is verbreed voor de scheepvaart en daardoor niet erg gevarieerd. Na in totaal vier uur bereiken we het Vieux Bassin, de jachthaven van Mulhouse. Hier is het altijd erg druk, ook vanwege de vele jachten die hier permanent liggen. Omdat het nog vroeg in de middag is, weten we nog een mooi plaatsje te bemachtigen. Zo blijft er nog veel tijd over om deze fantastische stad te verkennen. We zijn verrukt door het oude stadscentrum met het prachtige raadhuis uit de 16e eeuw, de St. Etienne-kerk, de vele met bloemen versierde vakwerkhuizen en de schilderachtige pleinen. 
Om te mogen schutten in de sluizen vanaf sluis nr. 39, moet je je een dag van tevoren aanmelden. Onder begeleiding van de sluizendienst bereiken we na het middaguur de jachthaven van Dannemarie, het keerpunt van onze reis waarna de terugweg weer begint. Vandaag zijn we maar liefst 22 sluizen en twee hefbruggen gepasseerd, maar dankzij onze begeleiders, die telkens voor ons uitrijden, de sluizen voorbereiden en deze naderhand weer sluiten, verloopt de dag prima. 
De ontvangst in de relatief grote jachthaven is zeer gastvrij. De door veel bootliefhebbers geprezen havenmeesteres is echter afwezig. Het is immers vakantietijd in Frankrijk, maar dat neemt niet weg dat het juist nu erg druk is in de jachthaven.  

Terugweg  - Dannemarie – Merzig 

Dannemarie biedt veel gelegenheid om te winkelen en boodschappen te doen, en er zijn meerdere goede restaurants. Omdat onze kinderen morgen van boord zullen gaan, willen we onszelf nog één keer trakteren op een heerlijk diner. ‘Restaurant Ritter’, gelegen in de buurt van het station en bekend om zijn uitstekende Elzasser keuken, blijkt een ideale plek om het afscheid te vieren. 

De volgende dag om 10:00 uur wachten onze begeleiders op ons bij sluis 17. Onderweg naar Mulhouse willen we dit keer graag een stop maken, en wel bij sluis 34 in de buurt van Zillisheim. Hier meren we aan bij een ontzettend knus weideveldje. De gemeente heeft hier een paar houten palen in de grond geslagen, en dat volstaat om een idyllische ligplaats te creëren. ’s Avonds gaan we weer barbecueën. We zitten nog lang op het bovendek en genieten van het uitzicht over het stille kanaal. Het wordt langzaam donker en de maan en de bomen weerspiegelen in het water – het is net een romantisch schilderij van Caspar David Friedrich. 

We zijn erg trots dat we ons jacht ook met z’n tweeën zo goed kunnen besturen. Uitkomst biedt hierbij vooral de midscheeps geplaatste kikker, waardoor aanleggen vaak al met één lijn volstaat. Na Mulhouse varen we weer op het brede verbindingskanaal naar de Rijn. Hier is sprake van een behoorlijke golfslag. Een kleiner schip voor ons zoekt al gauw een veilige steiger op. Ons jacht kan dit echter makkelijk aan. We stomen door tot aan Kembs en zijn weer blij dat we een mooi en beschut gelegen ligplaats gevonden hebben. 
Het is echt prachtig om de Rijn stroomafwaarts te volgen. Met een laag toerental koersen we vlotjes richting Breisach, waar we al vroeg in de middag arriveren. We vinden weer een ligplaats bij de gastvrije Yachtclub Breisach. Dit keer maken we een historische stadswandeling en bewonderen we de plaatselijke domkerk. Breisach is kennelijk een belangrijk punt langs de pelgrimsroute naar Santiago, want overal stuiten we op de symbolische Sint-Jacobsschelpen. 
We tanken voor het laatst bij de jachthaven van Vogelgrün en varen bij Rhinau het noordelijke gedeelte van het Rijn-Rhône-kanaal binnen. Na 8 uur varen vinden we in Krafft een plekje in de bedrijfshaven van de Voies Navigables de France, de onderhoudsdienst voor de Franse waterwegen. In een klein restaurant doen we ons te goed aan een grote salade met geitenkaas en natuurlijk een echte Elzasser tarte flambée. 

De volgende dag genieten we enorm van de vaartocht door Straatsburg. Direct daarna koersen we verder over het Rijn-Marne-kanaal. Vanaf nu varen we weer stroomopwaarts en gebruiken we in de sluizen zowel voor- als achterlijn. Maar deze manoeuvres zij ook met z’n tweeën zeer goed te doen. Na 8 uur meren we af in Waltenheim-sur-Zorn. Hier kuieren we door het met bloemen versierde dorpje vol puntgave vakwerkhuizen en boerderijen met reusachtige poorten. 

Ook de volgende dag gunnen we onszelf een kortere etappe. We varen door het wonderschone Zorndal tot aan Lützelburg, alwaar we siësta houden gevolgd door een zalig kopje koffie en een wandeling door het dorp en langs het kanaal. ’s Avonds op het dek bevinden we ons weer te midden van een schilderachtig tafereel. De volle maan rijst op tussen de bergen en de daken, terwijl de bomen weerspiegelen in het water. Wederom prachtig! 
Na de volgende dag 4 sluizen te hebben gepasseerd, wachten we weer voor de scheepslift van Arzviller. De liftbak brengt ons naar boven en ook de twee daaropvolgende tunnels passeren we zonder problemen. Het varen zit er goed in bij ons en alles verloopt heel ontspannen. Tot aan Port de Houillon aan het Saarkanaal hoeven we nu geen sluizen meer door. 

Via het Saarkanaal varen we door naar Mittersheim. Het kanaal fungeerde vroeger als belangrijke transportader voor kolen uit het Saarland naar de Elzas en de Rijn. Tegenwoordig wordt het kanaal nauwelijks nog gebruikt door de beroepsvaart, en het voorbijglijdende landschap is hier echt fantastisch. Eerst varen we langs de vele meertjes die langs de oevers van het kanaal te vinden zijn. Daarna volgt er een schitterende afwisseling van bossen, weiden, dorpjes en vijvers. In Mittersheim zelf is de jachthaven onlangs vernieuwd en royaal uitgebreid. Het is aangenaam toeven hier en er is altijd genoeg plaats. 

We hebben om 9:30 uur bij sluis 14 afgesproken. Hoewel tegenwoordig alle sluizen elektrisch worden bediend, rijdt er toch een sluisbegeleider mee op een brommer. We schutten samen met een vriendelijk echtpaar uit Merzig. We zijn snel op elkaar ingespeeld en gebruiken steeds de meest handige bolders. Tegen 18:00 uur bereiken we gezamenlijk Sarreguemines, en al snel vinden we een ligplaats bij de ‘Club Nautique l’Eau Reine’, vlakbij het stadje. Sarreguemines staat bekend om het plaatselijke aardewerk. Hoewel men er tegenwoordig geen porselein meer maakt, worden er nog wel allerlei soorten tegels gefabriceerd. 
De volgende morgen varen we de sluis bij Güdingen binnen, de laatste sluis die speciaal werd ontworpen voor péniche-schepen. Hier geven we onze afstandsbediening voor de sluizen ook weer af. We zijn terug op de Saar en bevinden ons weer in Duitsland. Saarbrücken passeren we zonder te stoppen, ook omdat langs de oevers overal wordt gebouwd. Hopelijk worden in de toekomst de ligplaatsen bij de oude brug weer geopend. 
Stroomafwaarts volgen nog drie sluizen. Om 17:00 uur arriveren we in de jachthaven van Merzig en ’s avonds in het restaurant ‘Zum Skipper’ brengen we nog eens een toast uit op onze prachtige reis en behouden thuiskomst. Wanneer we nog even bij de steiger gaan kijken, zijn de Schönbergers alweer druk in de weer met hun schip. Kortom: wij verheugen ons alvast op de volgende tocht met de ‘Delfin’! 

Afgelegde route: 
Saar – Moezel – Canal des Vosges tot aan Charmes en terug wegens blokkade – Moezel – Rijn-Marne-kanaal – Rijn-Rhône-kanaal (noordelijk deel) – Rijn – Rijn-Rhône-kanaal (zuidelijk deel) – Rijn – Rijn-Rhône-kanaal (noordelijk deel) – Rijn-Marne-kanaal – Saarkanaal – Saar: in totaal 1.005 km , 255 sluizen, 2 x 2 tunnels en 2x scheepslift 

Brandstofverbruik: 
384 liter diesel, 211 vaaruren, dus een verbruik van 1,8 liter per uur 

Duur: 
5 weken 

Scroll naar boven